Kaspersky Endpoint Security voor Windows beschikt over de volgende functies en verbeteringen:
Integratie van Endpoint Sensor, een onderdeel van het Kaspersky Anti Targeted Attack Platform:
IoC scanner (Indicators of Compromise)
Tools voor respons bij incidenten
Functionaliteit voor onderzoek van incidenten
Ondersteuning voor serverbesturingssystemen als onderdeel van de onderdelen Gedragsdetectie, Remediation Engine en Exploit-preventie.
Bescherming voor gedeelde mappen tegen externe encryptie als onderdeel van het onderdeel Gedragsdetectie.
Verbeteringen aan gebruikersinterface:
De beschermingsonderdelen zijn in de volgende secties gegroepeerd:
Advanced Threat Protection.
Essential Threat Protection.
De namen van onderdelen zijn aangepast aan de huidige situatie van informatiebeveiliging:
De naam van het onderdeel Anti-Virus voor bestanden is gewijzigd in File Threat Protection.
De naam van het onderdeel Mail Anti-Virus is gewijzigd in Mail Threat Protection.
De naam van het onderdeel Web Anti-Virus is gewijzigd in Web Threat Protection.
De naam van het onderdeel Network Attack Blocker is gewijzigd in Network Threat Protection.
Het onderdeel Systeembewaking is onderverdeeld in de volgende onderdelen: Gedragsdetectie; Remediation Engine en Exploit-preventie.
De naam van het onderdeel Controle van programmabevoegdheden is gewijzigd in Host Intrusion Prevention.
De naam van het onderdeel Programma-opstartcontrole is gewijzigd in Programmacontrole.
Cloudmodus voor bescherming tegen bedreigingen: door de gecomprimeerde antivirusdatabases tijdens het gebruik van Kaspersky Security Network is er minder RAM en ruimte op de harde schijf vereist.
Apparaatcontrole:
Nieuwe Anti-Bridging-functie (blokkeert onbevoegd verkeer tussen netwerken)
Nieuwe functie om een lijst met vertrouwde apparaten te importeren/exporteren (in XML-indeling; handig voor handmatig lezen en bewerken)
Programmacontrole:
Testmodus voor afzonderlijke regels inschakelen
Nieuwe KL-categorie opgenomen in de Golden Image-categorie: Vertrouwde certificaten.
U kunt een vereenvoudigde interface voor Kaspersky Endpoint Security gebruiken: u kunt het contextmenu van het programmapictogram in de taakbalk weergeven. Het hoofdvenster van het programma is wel niet beschikbaar in dat menu.
De controlesom (hash) van een gedetecteerd bestand wordt naar de Administration Server van Kaspersky Security Center verstuurd, wordt in rapporten opgenomen en kan voor de configuratie van uitzonderingen worden gebruikt (Vertrouwde zone).
Maskers (*,?, **) worden ondersteund in de instellingen van een Vertrouwde zone.
Een indicator voor het beschermingsniveau bij gebruik van een Kaspersky Security Center-beleid die aangeeft of essentiële beschermingsonderdelen zijn uitgeschakeld.
Diverse verbeteringen voor de gebruiksvriendelijkheid:
Vereenvoudigde wizard 'Initiële configuratie'
Geoptimaliseerd licentiebeheer
In Kaspersky Endpoint Security 11 voor Windows worden de volgende functies niet meer ondersteund: Quarantaine, IM Anti-Virus, Kwetsbaarheidsscan.